Brief aan de informateur

Zeer Geachte Mevrouw Hamer,
In deze brief willen wij uw aandacht vragen voor iets wat eigenlijk vanzelfsprekend zou dienen te zijn. Wij willen u verzoeken om bij de politieke partijen die met elkaar de onderhandelingen over een coalitieakkoord gaan voeren te benadrukken dat de rechten van 3,4 miljoen Nederlanders nageleefd dienen te worden: te weten de rechten van kinderen.
Nederland heeft het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) geratificeerd, maar Nederland leeft het IVRK op belangrijke punten niet na, dag in dag uit, kabinet na kabinet. Op grond van dit kinderrechten-verdrag heeft de Staat de plicht erop toe te zien dat bij alle maatregelen betreffende kinderen de belangen van het kind de eerste overweging vormen.
Dit dient een algemeen maatschappelijk belang want veilige ontwikkeling van kinderen en jeugdigen is een fundamenteel maatschappelijk goed dat bepalend is voor de kwaliteit en duurzaamheid van de samenleving. Zorg voor ontwikkeling en veiligheid van kinderen is ons inzien een primaire verantwoordelijkheid van de politiek.

Een Minister van Kinderen
Omdat het niet naleven van de rechten van kinderen een vanzelfsprekendheid is geworden, bepleiten wij dat op het hoogste niveau deze ontwikkeling gekeerd gaat worden. Wij willen u vragen zich in te zetten voor een kabinet dat rechten van kinderen tot prioriteit maakt. Een Minister van Kinderen, zoals men ook in Ierland kent, bepleiten wij hierbij.
De ontwikkeling van veel kinderen wordt bedreigd! Al jaren achtereen blijken zorgwekkend grote aantallen kinderen – (veel) meer dan 100.000 op jaarbasis – in hun ontwikkeling en veiligheid ernstig te worden bedreigd. Ze zijn het slachtoffer van lichamelijk of geestelijk geweld, seksueel misbruik, verwaarlozing, en/of zijn getuige van huiselijk geweld. De effecten hiervan voor het leven van het kind – nu en later – zijn veelal dramatisch. Met de klappen krijgen kinderen de schuld er gratis bij. Die klappen kunnen we niet altijd voorkomen, maar dit schuldgevoel wel. Kindermishandeling is tot zekere hoogte te voorkomen, maar de overheid is niet bereid om een effectief gebleken preventieprogramma tegen kindermishandeling in te zetten, en is evenmin bereid om gemeenten de middelen te geven om dit te kunnen doen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de omvang van kindermishandeling in Nederland niet afneemt. Waarschijnlijk is het nog erger: In de laatste grote studie in 2017 was de omvang van kindermishandeling niet lager dan de omvang die werd vastgesteld tijdens de financiële en economische crisis. Een recente studie van de Universiteit Leiden laat bovendien zien dat kinderen tijdens de eerste lockdown bijna drie keer vaker slachtoffer van kindermishandeling waren dan in het vergelijkingsjaar 2017. Ook de gevolgen van kindermishandeling voor de samenleving, niet alleen die voor de volksgezondheid, zijn immens. Economische studies tonen aan dat kindermishandeling een miljardenvraagstuk is. Zonder een krachtig, centraal beleid met lange termijn investeringen is dit tij niet te keren. De jeugdzorg alleen is onvoldoende bij machte om dit maatschappelijke drama het hoofd te bieden, alle inzet en betrokkenheid van individuele hulpverleners ten spijt. Preventieprogramma’s worden niet optimaal benut en tal van kinderen blijven verstoken van hulp. Kinderen in hoge psychische nood staan maanden op de wachtlijst, zij weten als geen ander dat de samenleving voor hen de portemonnee niet trekt. Zij leren dat zij die hulp niet waard zijn. Ook met een gedecentraliseerde jeugdzorg is er een krachtig, centraal beleid nodig om evenwicht te brengen en voorts te handhaven tussen vereiste en geboden zorg.
De Minister van Kinderen investeert in de condities om de rechten van kinderen te kunnen naleven, bijvoorbeeld met een ondersteunende, stimulerende leefomgeving voor alle kinderen. De plaats waar het wiegje heeft gestaan mag geen verschil maken voor iemands kansen in het leven, voor gezondheid en voor veiligheid. Maar in de afgelopen kabinetsperiodes tart het regeringsbeleid de minimale bestaanscondities van veel te veel kinderen. Deze kinderen die in armoede opgroeien en daardoor ongelijke kansen krijgen, zien en horen natuurlijk ook dat de maatschappij hen deze kansen niet gunt. En zij moeten dit ‘oplossen’ door smoesjes te verzinnen voor hun vriendje of vriendinnetje als ze (weer) niet naar hun verjaardag kunnen, omdat ze weten, en zich daarvoor schamen, dat er thuis echt geen geld is, zelfs niet voor een klein verjaardagscadeautje.
Het is belangrijk dat kinderen en ouders leren wat kansrijk, gezond en veilig opgroeien is. Er zijn veel te weinig opvangvoorzieningen voor dakloze jongeren. Wachtlijsten zijn überhaupt een groot probleem. Negen maanden op een wachtlijst voor depressieve problemen van kinderen is gewoon geworden. Deze Minister van Kinderen bewaakt tevens de naleving van de rechten van kinderen tijdens en na de herinrichting van taken en verantwoordelijkheden m.b.t. de jeugdzorg en jeugdhulpverlening tussen Rijk en gemeenten. Zodat preventie van kindermishandeling in elke gemeente is gewaarborgd, wachtlijsten worden verbannen, en kinderen en gezinnen effectieve hulp kunnen krijgen, zo intensief en zo lang als nodig om de veiligheid van het kind te herstellen.
Tot op heden worden kinderen niet of nauwelijks betrokken bij beleid dat wordt gevoerd dat hen direct of indirect raakt en dat hun toekomst vormgeeft. Voorbeelden van actuele vraagstukken die kinderen diep raken, in het heden en in de toekomst, zijn die van de Corona pandemie en die van het klimaat. Toch hebben ze nauwelijks de mogelijkheid om hun stem te laten horen. Hen wordt niets gevraagd. Maar zij vormen de toekomst van ons land en dat alleen al zou de legitimiteit moeten vormen om kinderen te willen horen, zien en serieus te nemen.
Zelfs de reden van het vallen van het huidige demissionaire kabinet, de Kindertoeslagaffaire, heeft niet geleid tot een erkenning en excuus aan de vele tienduizenden kinderen, die met hun ouders toch als eerste slachtoffers beschouwd kunnen worden. Elke dag dat het kabinet kinderen van hun ‘frauderende ouders’ niet uitlegt dat het niet hun ouders waren die fraudeerden, mag als een verloren dag worden beschouwd. Hoewel het ongekend onrecht erkend wordt t.o.v. de ouders, worden veruit de meesten, namelijk hun kinderen over het hoofd gezien. Deze kinderen wachten tot vandaag tevergeefs op deze uitleg en dit excuus. Voormalig Minister Eric Wiebes illustreerde dit pijnlijk duidelijk bij zijn aftreden als minister d.d. 15 januari dat de rechtsstaat ongekend heeft gefaald: “.. ik heb niet kunnen ontdekken wat ik had kunnen doen om dit te voorkomen. Dat maakt het alleen maar nog verdrietiger”. Hij had het direct kunnen ontdekken als hij maar één dag naar deze kinderen van ‘frauderende ouders’ had geluisterd, als hij, net als zijn collega’s, geen ‘geluidswallen’ rondom zijn departement had opgeworpen, geluidswallen waar geen kinderstem doorheen komt. Hoe zal hij, of welke minister dan ook, dit ooit ontdekken zolang participatie van kinderen geen vanzelfsprekendheid is, omdat geen participatie een vanzelfsprekendheid is. Dat is wel wat erger dan verdrietig. Zolang het vanzelfsprekend is dat de overheid haar oren gesloten houdt voor kinderstemmen, zolang blijven ministers en staatssecretarissen doof voor dagelijks onrecht en zo blijft het onrecht ongekend. Hoort u de stem van de generatie van onze toekomst? Ook in het Binnenhof?
De recente Kidsrights Index laat zien dat als het gaat om het scheppen van een gunstig klimaat om kinderrechten te garanderen, dat Nederland daarin niet eens een plek in de top-50 van de wereld verdient. Illustratief daarvoor is ook dat ons land een uniek negatief voorbeeld aan de wereld heeft gegeven als het gaat om het coronabeleid en onderwijs, met alle gevolgen van dien voor de geestelijke gezondheid van onze kinderen. Een beleid dat bijvoorbeeld haaks staat op het beleid van onze zuiderburen in België dat er alles aan heeft gedaan om de scholen tijdens de tweede lockdown wel veilig open te houden. De Nederlandse aanpak past helaas prima in het belang dat Nederland toekent aan de rechten en het belang van kinderen.
Een Minister voor het versterken van de positie van kinderen in de maatschappij
Wij zien een kabinet voor ons met een visie op de rol en taken van de overheid waarin is omschreven wat nodig is om te waarborgen dat in Nederland de rechten van kinderen worden nageleefd en kinderen kansrijker, gezonder en veiliger kunnen opgroeien. Waar vastgesteld is hoe de Staat de naleving van kinderrechten van alle kinderen waarborgt, hetgeen een einde betekent aan de rechtsongelijkheid in Nederland. Hulp of een voorziening die een kind in gemeente A wel kan krijgen maar onmogelijk is in gemeente B.
En omdat de rechten en belangen van kinderen al decennia verdwijnen in de diffusie van verantwoordelijkheid of vermorzeld worden tussen vijf departementen vragen wij om een Minister van Kinderen met de bevoegdheid ervoor te zorgen dat dit niet meer gebeurt. Een Minister die een brug slaat tussen onderwerpen als opvoeding, jeugdgezondheidszorg, onderwijs, zorg en bescherming, burgerschap(-svorming) en democratie. Deze Minister brengt alle programma’s van de verschillende ministeries samen in één plan met een spilfunctie voor de school van waaruit hulp, ondersteuning en participatie worden georganiseerd. Zo wordt bijvoorbeeld al vijftig jaar geklaagd over de versnippering en het gebrek aan samenhang en samenwerking in de jeugdzorg. Alle pogingen van de centrale overheid ten spijt daar iets aan te doen, die versnippering is blijven bestaan. Het leidt tot verspilling van middelen en ondermijnt de kwaliteit van zorg.
De Minister van Kinderen die wij voorstellen voor een volgend kabinet draagt – door het creëren en het bestaan van de functie – bij aan het besef bij politici dat zorg voor een kansrijke, gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen een kerntaak is van de politiek. Kinderen hebben daar recht op, en voor de samenleving als geheel is deze zorg van fundamenteel belang. In het beleid van deze Minister is respect voor kinderen manifest door hen uit te nodigen mee te denken, mee te praten en mee te doen. Deze Minister heeft een belangrijke voorbeeldfunctie in het respectvol omgaan met kinderen in het leven van alledag. Op het departement van de Minister voor Kinderen zal het een komen en gaan moeten zijn van kinderen; het zal een voorbeeldfunctie zijn voor het respect en de zorg die we kinderen verschuldigd zijn.
Wij kunnen ons goed voorstellen dat het juist kinderen kunnen zijn die politieke partijen kunnen verbinden. Kinderen en hun rechten zijn niet links en zijn niet rechts. Sterker, als de eerste hoofdlijn van elk komend regeerakkoord de toekomst is die ons verbindt, dan zijn dat onze kinderen.

Een koffer, een petitie en een verzoek om die te overhandigen
Kinderen laten ons dagelijks zien wat zij wel en niet in hun leven nodig hebben. Wij hebben kinderen gevraagd dit op te schrijven op postkaarten aan u en op blanco posters. Vanaf deze week kunt u deze door hen geschreven postkaarten verwachten. Het idee van een Minister van Kinderen heeft veel steun en wij hebben een kerngroep gevormd om dit idee verder te promoten. Een delegatie van deze kerngroep en een groep kinderen willen aan U een koffer overhandigen vol met deze posters met functieomschrijvingen voor deze Minister geschreven door kinderen. Tevens zijn we een petitie gestart om u iets van de respons te laten zien: het draagvlak voor een Minister in het komend kabinet zoals hiervoor omschreven in de samenleving is aanmerkelijk breder is dan de namen van die u onder deze brief aantreft. Wij hopen dat u tijd wilt inruimen om deze koffer en petitie in ontvangst te nemen en hopen dat uw secretariaat daartoe een afspraak kan inplannen.

Wij rekenen op uw inzet voor de toekomst die ons verbindt.

Namens de kerngroep Minister van Kinderen
Met vriendelijke groet,
Ria Andrews
Drs. Paul Baeten
Drs. Teun Haans
Angelica Kahuwa
Nicky Schijvens
Dr. Philip Veerman

Dr. Cees Hoefnagels

Contactadres:
Email: info@52stemmen.nl
Tel. : 06 42446630
Kiezen voor de toekomst is kiezen voor een kabinet met een Minister van Kinderen!