‘Gemeente, maak werk van kinderrechten’

 

De kinderombudsmannen van de vijf grote steden wezen onlangs op ernstige misstanden rond rechten van kinderen. Die zijn schokkend, maar minstens zo zorgelijk is dat er vrijwel geen reactie op kwam, vindt Philip Veerman.

Op 25 juni publiceerden de vijf lokale kinderombudsmannen (van de Metropoolregio Amsterdam, Rotterdam-Rijnmond, Den Haag-Leidschendam-Voorburg, Utrecht en Nijmegen) samen een brandbrief: Kinderrechten overheid nog niet kinderrechten-proof. Daarin werd beschreven dat er in Nederland dusdanige structurele tekortkomingen zijn, dat kinderrechten worden geschonden.

Voor wie, zoals ik, als psycholoog met jeugdigen werkt, is dit geen verrassing. Evenmin dat er vanuit de politiek überhaupt geen reactie op kwam. Belangenbehartigers van kinderen moeten nog flink lobbyen om hen op de politieke agenda te krijgen, bijvoorbeeld bij de programmacommissies van politieke partijen die verkiezingsprogramma’s samenstellen. Maar als het de kinderombudsmannen met zo’n brandbrief al niet lukt om aandacht te krijgen, dan is er weinig reden voor optimisme.

Nederland ratificeerde in 1995 het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) en werd daarmee verdragspartij. Het grootste probleem bij de uitvoering is dat kinderrechten hier geen chefsache zijn. Er is ook niet – zoals bijvoorbeeld in Ierland, IJsland of Noorwegen – een minister van Kinderen die opinies van jeugdigen laat doorklinken in de Trêveszaal. Kinderzaken zijn in Nederland geen belangrijk onderwerp, en vormen het ondergeschoven kindje bij verschillende ministeries.

Eén op de vijf daklozen is jonger dan 18 jaar

In 2015 werden gemeenten via de Jeugdwet verantwoordelijk gemaakt voor de jeugdzorg. Maar het was ook een bezuinigingsoperatie. Daardoor begon zich rechtsongelijkheid tussen kinderen in verschillende gemeenten af te tekenen. De vijf lokale kinderombudsmannen concluderen dat bij gemeenten het ingekochte aanbod leidend is, en niet de behoefte van het kind.

Veel van die jongeren worden ‘couchhoppers’: zij slapen dan weer hier, dan weer daar op de bank

De Landelijke Oudervereniging Balans, die de ombudsmannen citeren, kwam met het schokkende gegeven dat er in het schooljaar 2022–2023 maar liefst 70.000 kinderen thuiszaten. Mijn indruk is dat dit aantal alleen maar verder stijgt. Veel kinderen en jongeren zitten thuis, zonder hulp.

Lees hier meer