Ongeboren vrucht in gevaar

Mw. mr. Toos Enkelaar (Vice-President van de Rechtbank Amsterdam)

Tools voor de rechter in geval van een ongeboren vrucht in gevaar.

Internationaal Verdrag rechten van het Kind (IVRK)
In de preambule wordt aangegeven dat “het kind”bijzondere bescherming met inbegrip van de  geeigende wettelijke maatregelen nodig heeft zowel voor als na de geboorte.
Artikel e IVRK: het belang van het kind vormt altijd de eerste overweging bij alle maatregelen betreffende kinderen. Dat geldt voor rechters en alle openbare of particuliere instelingen voor maatschappelijk welzijn en voor bestuurlijke en wetgevende organen.

Mw. mr. Toos Enkelaar (Vice-President van de Rechtbank Amsterdam)

Mw. mr. Toos Enkelaar (Vice-President van de Rechtbank Amsterdam)

BOPZ:

  1. Als er sprake is van een stoornis bij de zwangere  vrouw die gevaar veroorzaakt voor haarzelf  en/of  een ander, welk gevaar niet kan worden op een andere manier kan worden afgewend en er rechtstreeks verband is tussen stoornis en gevaar. De rechter kan  een maatregel nemen in het kader van de BOPZ( Wet Bizondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen) Deze maatregel kan zijn een Rechtelijke machtiging : VM voor 6 maanden Art. 1 wet BOPZ tevens op basis van art. 3 IVRK.
  2. Door deze maatregelen worden de zwangere vrouwen in zorg ondergebracht en daarmee (het leven van ) de ongeboren vrucht veilig gestel: er zullen praktijkvoorbeelden worden en toelichting op de gang van zaken.

BW

  1. Ingeval er sprake is van een ernstig bedreigde ontwikkeling van een ongeboren vrucht van minimaal 24 weken door de levenswijze van haar moeder kan dit “kind”onder toezicht (OTS) worden gesteld door de (kir) rechter op basis van   artikel 1. 254 BW. De OTS kan voor een jaar worden uitgesproken maar ook in geval  van spoed voor3 maanden ;dan heet de maatregel VOTS (voorlopig OTS) moet sprake zijn van een ernstige bedreiging van zijn/haar ontwikkeling vb door overmatig drugs of drank gebruik dan wel ten gevolge van zwakbegaafdheid en ander middelen ter afwending hebben gefaald of zullen falen.
  2. Toelichting hoe en door welke instanties dit middel  kan worden aangewend en aangebracht bij de kinderrechter. Er  kan miv de geboorte  een UHP (uithuisplaatsing)worden uitgesproken  om de risico’s bij de geboorte te beperken.
  3. Er zullen ook hier enkele praktijkvoorbeelden volgen. Eveneens op deze situatie is  art 3 IVRK van toepassing.

Download de presentatie van mr. Toos Enkelaar (pdf, 1mb)