Koffie met de jongerenombudsman onder de Martinitoren

Philip Veerman
In 2000 schreven Hebzibah Levine en ik een artikel (P. Veerman and H. Levine, Implementing children’s rights on a local level: Narrowing the gap between Geneva and the grassroots) in The International Journal of Children’s Rights (vol.8., no.4., 373-384). Koffie drinkend in Groningen met Marike Klappe, de jongerenombudsman Groningen realiseerde ik mij dat er best veel aan het veranderen is op het terrein van kinderrechten op het lokaal niveau. Er is niet alleen een jongerenombudsman in Groningen, maar ook Den Haag, Amsterdam (voor “de metropool Amsterdam”) en Rotterdam.
Natuurlijk is er Margrite Kalverboer, de Kinderombudsman, benoemd door de Tweede Kamer voor het landelijke niveau. De Nationale Kinderombudsman bevordert dat de rechten van kinderen in Nederland worden nageleefd door wetgevers, beleidsmakers en uitvoerende professionals. Sinds 2011 kennen we in Nederland de kinderombudsman. Het onderwerp dat wij in 2000 aansneden in The International Journal of Children’s Rights is meer actueel dan ooit. In Nederland heeft de transitie in de jeugdzorg – operatie plaatsgevonden en veel verantwoordelijkheden zijn overgeheveld naar het lokale niveau. Dat klinkt allemaal prachtig, dicht bij de mensen, één gezin één plan etc., als het niet ook een verkapte bezuinigingsoperatie was. In Groningen heeft de gemeente elf z.g. ‘Wij teams’ uitgerold over de stad die vragen bekijken of mensen (van jong tot oud) ondersteuning of zorg nodig hebben. Ook is er voor jongeren een speciaal Wij-team voor het voortgezet onderwijs en een voor het middelbaar beroepsonderwijs gekomen (respectievelijk VO Wij-team en School in de Wijk genoemd). Het Centrum voor Jeugd en Gezin is opgegaan in de Groningse wij-teams. Mijn bezorgdheid is dat er te veel generalistische kennis is en te weinig echte know how over kinderen en jongeren. Er is dus nog een taak voor de jongerenombudsman Groningen (als “luisterend oor voor jongeren en de Ombudsman Groningen (voor klachtenafhandeling) daar. Wat al even uit de vorige zin naar voren kwam: de Groningse jongerenombudsman, die voorlopig twee dagen in de week tijd krijgt voor deze baan en daarbij ondersteuning krijgt van een juridisch adviseur, doet (in tegenstelling tot haar collega’s in Amsterdam, Den Haag en Groningen) niet aan klachtenafhandeling. Zij ziet haar rol als het “opvangen van signalen van Groningse jongeren”, warme overdracht leveren naar organisaties die steun kunnen bieden en het doorzetten van opgevangen signalen over de schending van het Internationale Verdrag van de rechten van het Kind (IVRK) naar de nationale kinderombudsman. Zij zorgt ervoor dat de stem van jongeren ook daadwerkelijk gehoord wordt door de Groningse autoriteiten. Eventuele klachten van jongeren en ouders over gedragingen van de gemeente kunnen worden afgehandeld door de ombudsman Groningen, maar dat is in de praktijk nog niet voorgekomen.

In Groningen lijkt de decentralisatie tenminste wel goed doordacht. Maar ook in Groningen zullen ze (als elders in het land) moeten roeien met de riemen die ze hebben. Omdat transitie van jeugdzorg naar het gemeentelijk niveau (als uitwerking van het decentralisatie idee) ook een verkapte bezuinigingsoperatie is, zullen ook in Groningen moeilijke problemen zich aandienen. Wachtlijsten bijvoorbeeld voor crisisplaatsen.

En wordt (onder meer om daar een jongerenombudsman voor aan te stellen) tenminste serieus gekeken hoe jongeren kunnen meepraten daar in Groningen. Er is een samenwerking met de door Prinses Laurentien geïnitieerde Missing Chapter Foudation die in Groningen een Kinderraad van de grond kreeg met een heuse kinderburgemeester (spoedig is er ook weer verkiezing voor de kinderburgemeester daar). Groningen lijkt met de driehoek jongerenombudsman, kinderraad en kinderburgemeester een van de koplopers op het gebied van participatie van kinderen en jongeren.